1924


In 1924 begon de Geldersche Stoom Tramweg Maatschappij een eigen lijndienst
op het traject Arnhem - Dieren - Zutphen.
De T-Ford’s uit 1923 werden ongeschikt geacht voor deze dienst zodat er zwaarder materieel moest komen.
Er werd een order gegund aan De Dion Bouton uit Frankrijk, die de chassis leverde.
De carrosserie werd gebouwd door C. Bij ‘t Vuur uit Arnhem voor de serie G.S.T.M. 50 - 53,
terwijl de G.S.T.M. 54 werd gebouwd door Pennock uit Den Haag.

Waren de T-Ford’s in crème gelakt, deze wagens met 3 maal zoveel vermogen,
werden donkergeel geschilderd.
Deze kleur, te samen met de zwarte bies en het witte dak, bleef (enkele nuance verschillen daar gelaten)
gehandhaafd tot 1977 en was kenmerkend voor het autobus materieel van “De Geldersche”.

Door regelmatig bezoek van toeristen in “De parel van Gelderland” welke de bus verkozen
boven de tram, moest spoedig worden overgegaan tot versterkingsritten.
Wederom werden er 2 nieuwe De Dion Bouton bussen, ditmaal met carrosserie van B. Veth uit Arnhem,
eind 1924 in dienst gesteld en genummerd serie G.S.T.M. 60 - 61.

In dienst:  50-53   De Dion Bouton CQ3 / Bij ’t Vuur   26 zpl.
               54       De Dion Bouton CQ3 /  Pennock  26 zpl.
                60-61 De Dion Bouton LC / Veth  25 zpl.

Per 31 december 1924: 7 autobussen en 13 Ford bussen